Dan McNeill haalt verband aan tussen opium en geweld in Afghanistan

De ISAF-bevelhebber beweerde deze week dat 70 procent van het geweld in 10 procent van Afghanistan plaatsvindt. Daarnaast zal volgens generaal Dan McNeill door de groei van de opiumproductie het geweld toenemen.

In Afghanistan is de productie van opium afgelopen jaar opnieuw gegroeid. Dit zal volgens Dan McNeill, de Amerikaanse bevelhebber van de NAVO-ISAF-veiligheidsmacht in het land, leiden tot nog meer geweld van de Taliban.

In een verklaring van de ISAF zei McNeill dit deze week op zijn eerste gesprek met de pers van dit jaar in Kabul. Hij verwacht dat in 2008 zowel de drugsteelt als het geweld van de Taliban zal stijgen.

Hij zei: “Wanneer ik een papaverveld zie, dan zie ik dit veranderen in IED’s, AK’s en RPG’s…,” waarmee hij doelde op geïmproviseerde explosieven zoals bermbommen, Kalashnikov geweren en raketgranaten, de wapens waar de Taliban het meeste gebruikt van maakt.

Volgens McNeill is er namelijk een niet te ontkennen verband tussen de opium en de bewapening van de Taliban.

De Taliban zullen nieuwe aanslagen met de opbrengst van de illegale drugshandel financieren, aldus de Amerikaanse generaal. Hij zei verder dat het geweld in het afgelopen jaar het hevigst was sinds de Taliban in 2001 werden verjaagd.

In 2007 zijn er 6000 mensen door geweld om het leven gekomen, onder wie veel Taliban-strijder.

Leger en politieIn 2007 was er opnieuw gewelddadiger in Afghanistan. De ISAF-bevelhebber benadrukte echter dat 70 procent van het geweld in 10 procent van het land plaatsvindt.

Daarnaast vinden er gevechten en aanslagen plaats in zeker de helft van de 34 Afghaanse provincies.

Volgens McNeill is het nodig om de capaciteit van het Afghaanse leger en politie te versterken om de opstand neer te slaan. In 2007 kwamen in Afghanistan 6.500 mensen om het leven. In 2006 waren dat er ruim 4.000.

Er kwam onlangs een kaart boven water van de VN waarop staat aangegeven dat in 50 procent van het land de veiligheidssituatie erg slecht is.

Opium en opbrengst
De verbouw van papaver in Afghanistan is goed voor 93 procent van de heroïneproductie in de wereld.

De opium financiert bijna 40 procent van de opstand van de Taliban, becijferden Afghaanse functionarissen.

Volgens McNeill wordt 20 tot 30 procent van de opbrengsten van de opium doorgesluisd naar de opstandelingen.

Recordjaar
Ondanks de honderden miljoenen dollar die besteed worden om de drugsproductie naar beneden te halen, steeg de Afghaanse opiumproductie in 2007 met 34 procent.

Dat was een recordjaar sinds de val van het Taliban-regime in 2001. Volgens McNeill zijn zijn troepen echter niet getraind en niet uitgerust om de drugsteelt een halt toe te roepen.

Volgens het persbureau Reuters verschillende de Afghaanse regering, de Verenigde Naties en de commandanten van de ISAF-veiligheidsmacht van mening over de aanpak van de drugsproblematiek.

De meeste analisten zouden het er volgens Reuters mee eens zijn dat de beste manier om de papaverproductie een halt toe te roepen is om de velden te besproeien met chemicaliën, wanneer de planten in de groei zijn.

Maar de regering vreest daarmee de plattelandsbevolking tegen zich in het harnas te jagen omdat honderdduizenden mensen voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn aan het proces van de opiumproductie.

De papaverplant zou slechts elke vijf dagen water nodig hebben terwijl hij groeit, en is een perfecte plant voor de droge zomers waar de irrigatie van de landbouw afhankelijk is van smeltwater uit de bergen.

Het overstappen op alternatieve gewassen is een andere mogelijkheid. In gebieden waar de veiligheidssituatie is verbeterd en irrigatieprojecten tot stand zijn gekomen is dit wel mogelijk. Maar in de door de Taliban beheerste gebieden is de papaver nog steeds koning.

Een andere mogelijkheid kan zijn om de papaveroogst aan te wenden voor medicinaal gebruik. Er kunnen namelijk pijnstillers van worden gemaakt, waar een wereldwijd tekort aan is.

Dit is een idee dat door de internationale denktank de Senlis Council vaak naar voren wordt geschoven.

McNeill benadrukte tijdens zijn persconferentie dat hij zich ernstig bezorgd maakt over het probleem. En zei dat het “buiten zijn mandaat valt om aan te pakken”.

De NAVO heeft geen mandaat gekregen om zelf de papaverproductie aan te pakken, maar mag de Afghaanse regering helpen om dat te doen, bijvoorbeeld door het beschermen van functionarissen die opiumvelden opruimen.

Er zijn veel verhalen bekend van overheidsfunctionarissen die omkoopbaar zijn, en zo wordt van de ene boer wel het papaverveld vernietigd, en van de andere niet.

Er zijn ook verhalen bekend, dat van boeren het veld werd vernietigd, waardoor ze hun schulden niet meer af konden betalen, en ze zelfs een dochter als onderpand moesten geven aan de schuldeiser.

Houding Nederland
De Nederlandse regering liet eerder weten niks te zien in het papaver voor geneesmiddelen project van de Senlis Council.

Volgens Balkenende zou het niet overeenkomen met het beleid van de Afghaanse regering, geeft het een verkeerd signaal naar de boeren toe om over te stappen op het verbouwen van andere gewassen, en durft hij te twijfelen hij aan een wereldwijd tekort aan pijnstillers.

Nederland, en de EU, zijn ook tegen het besproeien van velden met landbouwgif. Dit kan een gevaar opleveren voor de volksgezondheid.

Het EU parlement heeft onlangs wel ingestemd met het “papaver-voor-pijnstillers-plan”.

Een andere oplossing kan natuurlijk ook nog altijd zijn om ervoor te zorgen dat er minder vraag is naar drugs in de landen buiten Afghanistan. Daarmee zouden landen de verantwoordelijkheid gaan dragen voor hun eigen probleem.